Brevetten bij NELOSDe NELOS-duikopleiding
is opgebouwd rond een aantal duikbrevetten. Deze brevetten
worden ook de sterren genoemd. Zij duiden op een bepaalde
verworven duikvaardigheid en gaan van 1* Duiker (1*D) tot 3*
Duiker (3*D). Aan elk brevet hangen een aantal voorwaarden,
proeven, mogelijkheden en beperkingen vast. Hieronder volgt
een synthese van elke brevet.
Buiten deze brevetten bestaan
er de titel assistent instructeur en drie instructeurstitels (1* tot 3*
Instructeur), die kunnen behaald worden door diegenen die zich
wensen in te zetten op club-, federaal- of zelfs nationaal
niveau. De Instructeurs kandidaten dienen een theoretisch examen
af te leggen, een theorie en zwembad les te geven en openwater
proeven af te leggen. Vanaf 2* instructeur moet men zelfs
slagen voor een zeestage (in het buitenland) en voor 3*
instructeur een verhandeling te schrijven. Meer gedetailleerde
informatie omtrent de vereisten van elke instructeurstitel
valt buiten het kader van deze introductie en kun je nalezen in de Infomap
Verder
bestaan er binnen de NELOS een aantal technische- en specialisatie brevetten
die dieper ingaan op bepaalde facetten van de
duiksport, zoals bijvoorbeeld de specialisatie 'duiker hulpverlener'.
Een duiker wordt een "kandidaat x*D" genoemd
indien hij qua leeftijd, administratie, aantal duiken en
wachttijd in aanmerking komt voor afname van het zwembad- en
theorie-examen voor dit brevet en hij ook effectief interesse
vertoont om aan dit examen deel te nemen.
Bij de
openwaterproeven staat het minimum brevet vermeld van diegene
die de proef mag afnemen. Proeven voor 2* en 3* D dienen
afgelegd in tegenwoordigheid van en onder de
verantwoordelijkheid van minstens een 1*I (= 1* instructeur).
|
Kandidaat 1*D
Voorwaarden:
- Minstens 14 jaar zijn bij aanvang van de opleiding. Bij
de NDC is de leeftijdsgrens strikt op 16 jaar gehouden omdat wij geen jeugdtrainers hebben.
- Medische keuring (jaarlijks te herhalen ongeacht
brevet).
- EKG verplicht indien ouder dan 45 jaar (vijfjaarlijks te
herhalen ongeacht brevet).
Zwembadgedeelte(Onder de vorm van permanente
evaluatie door een assistent instructeur)
- 100 meter zwemmen zonder uitrusting.
- 100 meter met vinnen, snorkel, masker en lood.
- 1x masker ledigen.
- 10 meter apnea.
- 20 s stilstaande apnea.
- Ontspanner op fles kunnen monteren en demonteren.
- Gecombineerde oefening: voorwaartse sprong + 25m op
snorkel + 25m op automaat + eendenduik + 3 x buddy-breathing
+ 1x masker ledigen.
- 50 meter onder water zwemmen met duikfles.
- Oefening met reddingsvest en 2de ontspanner.
- Equiperen voor openwaterduik en rechtopstaand dalen.
- Evaluatie theorie door 1*I.
Open Water
- Geen "echt" examen, maar een systeem van permanente
evaluatie.
- Kaartensysteem (paraferen "in training" of "geslaagd").
- Aftekenen gebeurt door een 1*I, delegatie naar AI
mogelijk.
Homologatie kan na minimum 5 en maximum 10
duiken op maximum 15 meter diepte.
Homologatiegeld: Overzicht
|
1*DEen 1*D is een duiker die bekwaam is om veilig
en correct gebruik te maken van zijn duikuitrusting in een
beschermde trainingsomgeving en die klaar is om openwater
ervaring op te doen, begeleid door een ervaren duiker. Hij
moet kunnen functioneren volgens het buddy-systeem van de
CMAS.
Beperkingen van de 1*D:
- Mag duiken onder leiding van een 3*D, na minstens 15
duiken en als enige 1*D in de groep.
- Nadat de gehomologeerde 1*D minstens vijf duiken tot 15m
heeft gedaan mag hij tot maximum 20m duiken.
|
Kandidaat 2*DNa de eerste vijf duiken mag de 1*D zich
aanbieden voor het opvolgen van een 2*D opleiding:
zwembadexamen, theorie-examen en
openwaterproeven.
Volgorde van de drie componenten en
de volgorde van de proeven tijdens het zwembadexamen wordtaan
het inititatief overgelaten van de verantwoordelijke van de
duikschool. Evaluatie minstens door 1*I.
Examen
- 200 meter zwemmen.
- 20 meter in apnea
- 1x masker ledigen.
- 30 seconde stilstaande apnea.
- Gecombineerde proef.
- 4 maal 10 meter tussen twee flessen.
- 30 meter wisselademhaling.
- Proef met reddingsvest en 2e ontspanner.
- Mondeling of schriftelijk theorie examen.
Openwaterproeven
- B1 : 300 meter vinzwemmen (op fles, op snorkel, op de rug)
- B2 : Stijging van zone (13-15) tot aan de oppervlakte.
- B3 : Redding van de zone (8-10) tot aan de oppervlakte -
50m slepen - CPR - O2
- B4 : Stijgen op 2de ontspanner van zone (13-15) naar de
oppervlakte.
- BL1: Elementaire duikleiding.
- BL2: Elementaire duikleiding.
- BL3: Elementaire duikleiding.
Andere vereisten
- 15 duiken in totaal alvorens homologatie 2*D.
- Geslaagd zijn voor zwembad, theorie en openwaterproeven.
Homologatiegeld: Overzicht
|
2*DEen 2*D heeft enige onderwaterervaring
opgedaan. Hij moet in staat zijn om onder leiding van een
ervaren duiker alle recreatieve duiken uit te voeren. Hij moet
daarbij in staat zijn om manifeste duikongevallen te herkennen
en er adequaat op te reageren. Een 2*D kan als duikleider
fungeren bij eenvoudige duiken.
Een 2*D mag:
- Duiken onder begeleiding van een 3*D tot 30m diepte.
- Duikerleider zijn van een groep met een andere 2*D. De
maximum diepte is 20m.
Beperkingen van een 2*D als duikleider:
- Elke duiker moet minstens 18 jaar zijn.
- Elke duiker moet tenminste 3 duikleidingen gedaan
hebben.
- Er is ten hoogste 1 mededuiker.
- Het mag geen bijzondere duik betreffen (zoals beschreven
in het veiligheidsreglement).
- De duikplaats moet hem/haar bekend zijn.
- Bij een duik met beperkte zichtbaarheid en/of stroming
moet een instructeur ter plekke zijn goedkeuring geven.
- Het mag geen decompressieduik zijn.
|
Kandidaat 3*D
- Aangesloten bij een NELOS club.
- Medisch geschikt zijn.
- Minimum 16 jaar.
- Minstens 6 maand 2*D zijn.
- Minstens 60 duiken.
- Minstens 30 duikuren.
- Minstens 4 duiken in Zeeland gedaan hebben.
- Minstens 4 duiken vanaf een boot.
- Minstens 40 duiken tussen 10 en 30 meter.
- Minstens 25 duiken in de zone (25-30).
De
volgorde van zwembad- en theorie-examen en de openwaterproeven
wordt aan het initiatief overgelaten van de verantwoordelijke
van de duikschool. Evaluatie door minimum 1*I.
ExamenDe zwembadproeven moeten binnen de 45 min
uitgevoerd worden.
- 25 meter apnea.
- 45 s stilstaande apnea.
- 2x masker ledigen.
- Gecombineerde proef.
- Ster met vier duikers.
- 60 m met 2 duikers op 1 fles.
- 20 m in apnea (met fles aan).
- 4 maal 20 meter tussen twee flessen.
- Theorie examen.
OpenwaterproevenDeze proeven mogen pas afgenomen
worden na de 25 duiken op 30 meter:
- C1 : vinzwemmen (op fles, op snorkel, op de rug).
- C2 : Opstijgen van zone (25-30) aan 10m/min + OSB.
- C3 : Redding van zone (8-10) tot 0m + 100m + slepen +
CPR + O2
- C4 : Zone (25-3): statische wisselademhaling + stijgen
op 2de ontspanner naar opp.
- C5 : Redding van zone (25-30) tot 10m.
- CL1: Duikleiding zonder bijzondere specificaties.
- CL2: Duikleiding zonder bijzondere specificaties.
- CL3: Duikleiding met gebruik OSB en kompas.
- CL4: Duikleiding in de Oosterschelde met gebruik OSB en
kompas.
Homologatie: Overzicht
|
3*DEen 3*D moet in staat zijn "zelfstandig" te
duiken. Hij moet tevens in staat zijn duiken te leiden die
geen uitzonderlijke moeilijkheidsgraad hebben (bv. Geen duiken
met beginnelingen ..). Hierbij moet hij alle
veiligheidsmaatregelen kunnen treffen, alle duikongevallen
kunnen herkennen en er gepast op kunnen reageren.
Een 3*D mag:
- Duiken met alle 2*D.
- Uitzonderlijk ook duiken met één 1*D indien deze 15
duiken heeft. Max 20 meter.
- Mag duiken tot maximum 40m. Uitzondering: Zij die hun
brevet gehaald hebben voor 01/02/2005 mogen duiken tot 60m.
|
Kandidaat 4* Duiker
- Lid zijn van een NELOS club.
- Medisch geschikt zijn.
- Minstens 18 jaar.
- Één jaar 3*D zijn.
- 40 duiken sinds 3*D.
- Minstens 60 duikuren.
- In totaal 120 duiken hebben waarvan 40 duiken in de zone
(25-30), 20 duiken in de zone (35-40), 30 duiken in de zone
(25-30) in zee (Oosterschelde volledig aanvaard), 4 duiken
in heldere zee en 4 duiken in de zone (25-30) in zoet water.
- Cumulatie is toegelaten.
- Geslaagd zijn voor al de openwaterproeven en
duikleidingen.
OpenwaterproevenVerplicht in "onze" wateren uit te
voeren. De proeven op 40 meter mogen pas uitgevoerd worden na
de vereiste 20 duiken op minstens 40 meter.
- D1: 900m vinzwemmen (op fles, op snorkel, op de rug)
- D2: Opstijgen van de zone (35-40) aan 10m/min + OSB.
- D4: Zone (35-40): statische wisselademhaling + stijgen
op 2de ontspanner naar de oppervlakte.
- D5: Zone (35-40): Technische redding van zone (35-40) tot 15 meter
- D6: Zone (35-40): Krachtredding van zone (35-40) tot 15 meter
Duikleidingen
- DL2: Duikleiding met interpretatie van duiktekens.
- DL3: Duikleiding vanaf een boot.
ExamenVerplichte volgorde, in maximum 35 minuten.
Tussen de proeven wordt 1 minuut recuperatie toegelaten.
Herkansing is enkel toegelaten bij een technisch defect.
- 40m in apnea.
- 60s statische apnea.
- 3 maal masker ledigen.
- Ster met 6 duikers.
- 60 meter met 3 duikers op 1 toestel.
- Achterwaartse val en 25 meter apnea met gesloten
toestel.
- Rolsprong - uitrusting afleggen en terug aandoen.
- 4 maal 25 meter tussen twee flessen.
Schrifteliijk theorie examen met mondelinge
evaluatie door een federaal aangestelde jury van minstens twee
2*I en onder algemeen voorzitterschap van een
3*I.
Homologatie: Overzicht
|
4* DuikerEen 4* Duiker moet in staat zijn "zelfstandig" te
duiken. Hij moet in staat zijn duiken te leiden in alle
wateren die courant bezocht worden door Belgische duikers. Hij
moet in staat zijn onervaren duikers te
begeleiden en tevens onder de verantwoordelijkheid van
instructeurs bepaalde taken van deze laatste over te nemen.
Hierbij moet alle veiligheidsmaatregelen kunnen treffen, alle
duikongevallen kunnen herkennen en er gepast op kunnen
reageren.
Een 4* Duiker mag:
- Met iedereen duiken zonder beperking van brevet en
minstens 5 duiken.
|
Kandidaat assistent instructeur
- Lid zijn van een NELOS club.
- Medisch geschikt zijn.
- Minstens 18 jaar.
- Één jaar 3*D zijn.
- 40 duiken sinds 3*D.
- Minstens 60 duikuren.
- In totaal 120 duiken hebben waarvan: 4 duiken
in heldere zee en 4 duiken in de zone (25-30) in zoet water.
- Geslaagd zijn voor al de openwaterproeven en
duikleidingen.
OpenwaterproevenVerplicht in "onze" wateren uit te
voeren. De proeven op 40 meter mogen pas uitgevoerd worden na
de vereiste 20 duiken op minstens 40 meter.
- D1: 900m vinzwemmen (op fles, op snorkel, op de rug).
- D3: Redding van de zone (13-15) tot 0m + 150m + slepen +
CPR + O2.
Duikleidingen
- DL1: Duikleiding met een beginneling.
- DL4: Duikleiding met proefafname duikleiding.
ExamenVerplichte volgorde, in maximum 35 minuten.
Tussen de proeven wordt 1 minuut recuperatie toegelaten.
Herkansing is enkel toegelaten bij een technisch defect.
- Demonstratie van het monteren van de fles
- Demonstratie instap met 50 m vinzwemmen met ABC uitrusting
- Eendenduik, statische apneu van 45 sec en protocolair stijgen
- Rechtopstaand zakken, 2x bril leegmaken en protocolair stijgen
- Schaarsprong, dynamische apneu 25m en terugzwemmen op de rug
- Met persluchtcombinatie, rolsprong, aan oppervlakte trimvest opblazen, 10 sec drijven, ontluchten, 15m apneu, terug op mondstuk, flesafleggen, 5m weg en terugzwemmen, liggen 3x aan fles ademen in 15 sec
- Eendenduik, persluchtcombinatie onder water aandoen, stijgen op inflator, fles uitdoen en aangeven
- Demonstratie materiaal demonteren
Schrifteliijk theorie examen met mondelinge
evaluatie door een federaal aangestelde jury van minstens twee
2*I en onder algemeen voorzitterschap van een
3*I.
Homologatie: Overzicht
|
Assistent InstructeurEen assistent instructeur moet in staat zijn "zelfstandig" te
duiken. Hij moet in staat zijn duiken te leiden in alle
wateren die courant bezocht worden door Belgische duikers. Hij
moet in staat zijn beginnende of onervaren duikers te
begeleiden en tevens onder de verantwoordelijkheid van
instructeurs bepaalde taken van deze laatste over te nemen.
Hierbij moet alle veiligheidsmaatregelen kunnen treffen, alle
duikongevallen kunnen herkennen en er gepast op kunnen
reageren.
Een assistent instructeur mag:
- Met iedereen duiken zonder beperking van brevet vanaf zijn 3de duik.
|
InstructeurstitelsAssistent instructeurs die hiervoor interesse tonen
kunnen zich verder bekwamen op het vlak van de
duikorganisatie, het afnemen van openwater proeven en in de
specifieke didactiek en pedagogie. Als zij hierin slagen
kunnen zij - na een theoretisch en praktisch examen - de titel
van 1* duikinstructeur bekomen. Voor het bekomen van de titel
van 2* instructeur dient een duikstage worden afgelegd. Voor
de titel van 3* instructeur is zelfs een verhandeling vereist.
De gedetailleerde vereisten voor iedere instructeurstitel valt
buiten het kader van deze website.
|
SpecialisatiesBuiten de technische brevetten en de
instructeurstitels kennen we nog enkele specialisaties.
- Duiker-hulpverlener: Toegespitst op duikgeneeskunde,
zuurstoftoediening en CPR. Dit is het enigste brevet dat kan
gehaald worden zonder zelf duiker te zijn. Deze cursus staat
dus ook open voor de bezorgde echtgeno(o)t€.
- Duiker-Redder: Toegespitst op reddingstechnieken bij
verdrinkingen. Minimaal 3*D + Duiker-hulpverlener. Dit
brevet komt de duikclubs van pas die tijdens de
trainingsuren zo in de zwembadveiligheid kunnen voorzien.
- Basis-Nitrox-duiker: Een cursus bedoelt voor zij die
geïnteresseerd zijn in duiken met andere gasmengsels (lees
meer zuurstof in het mengsel) om langere en/of veiligere
duiktijden te bekomen. Dit kan vanaf kandidaat 1*D. Homologatiekosten: Overzicht
- Gevorderd Nitrox-duiker: Een tweede stap in het
Nitrox-duiken met de mogelijkheid om van de
standaardmengsels af te wijken. Minimaal 3*D met
Basis-nitrox-duiker of instructeur. Homologatiekosten: Overzicht
- Andere opleidingen en specialisaties: Op de NELOS website vind je een overzicht van alle opleidingen en specialisaties die de federeatie aanbiedt.
|